SCHOONHEID SPERT DE VLEUGELS ALS ZE VRIJ IS VAN BEVLIEGING
Alvorens toonzetter Tsjaikovski naar Sint-Petersburg verkaste, betrok hij een ongure kamer aan de toen nog vrije academie in Gent. De man nam, in tegenstelling tot de slotsommen van zijn grootse werken, genoegen met een eerder schamele woonst – meer had het studiehuis overigens niet te bieden. Zolang het gekrijs van de demonen en Sebastiaan zijn toonvaste torso hem niet in verleiding brachten zou de componist immers de muziek revolutionaire waarmerken toebrengen. Dat mag duidelijk zijn. We kunnen er geen waarheid op spijkeren, maar naar verluidt schonk de ijdele knobbelzwaan, die vandaag de dag oogt als een door de pest getroffen bergeend, hem de vleugels om naar een meer, nabij de witte nachten, te vliegen. Daar zou hij de eerste krullen van de solsleutel voor het balletstuk Het Zwanenmeer getekend hebben.
Alles verandert, niets vergaat. (Ovidius)